Steenmeeltoepassing ten behoeve van herstel biodiversiteit in Het Nationale Park De Hoge Veluwe
Joost Vogels, Evi Verbaarschot, Roos Loeb, Maaike Weijters, Roland Bobbink, Huig Bergsma, Miriam Scherpenisse, Peter Verbeek en Vincent de Jong
lees het volledige rapport PDF
Abstract
Als gevolg van de zeer sterk toegenomen verzuring van de afgelopen decennia zijn in het zandlandschap uitwisselbare basische kationen versneld uitgespoeld en de silicaatmineralen in de bodem versneld verweerd (Bergsma et al., 2016, Bobbink et al., 2017, Bergsma et al., 2018). Deze mineralen spelen een essentiële rol in het op peil houden van de zuurbuffering, de (micro)nutriëntenlevering en de organische stofhuishouding van de bodem (Egli et al., 2008) en vormen daarmee de basis voor het bovengrondse leven. Met het versneld verweren van deze mineralen zijn de zuurbufferende en sporenelement leverende functies van de bodem ook aangetast. In Nederland zijn als gevolg van de decennialang verhoogde zure depositie ver boven de kritische depositiewaarden veel van nature zwak gebufferde bodems sterk verzuurd (Vogels et al., 2016a, Bobbink et al., 2017, Bergsma et al., 2018). Als gevolg daarvan is zowel de floristische als faunistische biodiversiteit van de habitattypen van het droge zandlandschap vrijwel overal in Nederland sterk achteruit gegaan (Bobbink et al., 2017, van den Burg & Vogels, 2017, Vogels et al., 2017).
De verzurende depositie is door aanscherping van Europese milieuwetgeving zeer effectief terug gedrongen (in de vorm van SOx; helaas voor NHy veel minder), maar het effect ervan op de bodem is daarmee nog niet terug gedraaid. Bovendien is de jaarlijkse zuurlast voor droge zwak gebufferde habitattypen ook nu nog te hoog (Bergsma et al., 2018). Om de buffercapaciteit van de bodem duurzaam te kunnen herstellen is actief ingrijpen nodig. Het herstel van de bodemmineralogie en bodemchemie is vereist om de natuurkwaliteit structureel te verbeteren. Steenmeel, fijngemalen vulkanische of dieptegesteenten, heeft de potentie om de bodemchemie duurzaam te herstellen (Weijters et al., 2018), maar er is meer kennis over de werkzaamheid, invloed op ecologische processen en mogelijke risico’s nodig om deze maatregel breed in te kunnen zetten (van Diggelen et al., 2019). Één van de lopende projecten, en meteen ook de grootste in schaal van de uitvoering, is het vanuit SKNL gefinancierde uitvoeringsproject Bodem en landschapsherstel op de Hoge Veluwe (SKNL subsidie zaaknummer 2014-003694: “Herstel van natuurkwaliteit met steenmeel”). In dit project zijn robuuste heideverbindingen door middel van het creëren van heidecorridors in door naaldbomen overgroeide voormalige zandverstuivingen en heidevelden gerealiseerd. Daarnaast is in dit project voorzien in een grootschalige herstelmaatregel tegen bodemverzuring door middel van het uitstrooien van steenmeel op delen van de nieuw gecreëerde heidecorridors en direct aansluitend op deze heidecorridors grenzende bestaande eerder genoemde N2000 habitattypen (Bulten et al., 2015).