Nieuws van boswachter Henk Ruseler: december
Alweer een poos geleden was ik op excursie in het Nationale Park Šumava in Tsjechië, een gebied van ruim 68.000 ha en daarmee het grootste nationale park van het land. De bossen zijn er voor meer dan drie kwart begroeid met fijnsparren en helaas nog maar een gering aantal van de nog mooiere zilversparren. Met trots lieten de excursieleiders ons enkele exemplaren zien van meer dan 50 meter hoogte en met een geschatte leeftijd van ruim 300 jaar. Daar sta je dan onder zo’n woudreus en denkt: o dennenboom, o dennenboom, wat zijn je takken wonderschoon. Ik heb je nu in het bos zien staan maar er zitten hier geen kaarsjes aan.
Want de dag na Sinterklaas is het weer zover; de meesten van ons gaan, ondanks de opmars van de kunstboom, toch weer op jacht naar een echte kerstboom. En die heb je in allerlei soorten en maten: je hebt blauwsparren, zilversparren, fijnsparren en voor het achtste jaar biedt De Hoge Veluwe zijn bezoekers een gratis scharrel (grove)den aan. Totaal worden er in Nederland elk jaar zo'n drie miljoen kerstbomen verkocht en voor de huiskamer is een boompje van rond de twee meter al een mooie maat. We kennen ze dus vooral als kleuters van amper 12 jaar, die net als de plofkip met veel kunstgrepen worden opgekweekt. Maar om sparren in volle glorie te zien, moet je toch de bossen in en hoewel ze oorspronkelijk in de bossen van Noord- en Centraal-Europa groeien, zijn er in ons land en dus ook op De Hoge Veluwe in het verleden percelen mee aangeplant. In een aantal bossen kun je zelfs echte woudreuzen vinden. De mooiste plek is het Paleispark bij het Loo, daar staan exemplaren van iets meer dan 42 meter en met een leeftijd van rond de 140 jaar.
In het gebied van oorsprong, zoals in Ṧumava, doen de bomen er in lengte en in leeftijd dus nog een schep bovenop. Terug in eigen land loop je dan toch met een andere kijk door een sparrenbos. Het is hier allemaal wat kleinschaliger maar vooral de oudere sparrenbossen zijn een waardevolle afwisseling in het boslandschap en het blijkt dat ze vanwege hun soortenrijkdom aan mossen en paddenstoelen ook nog eens belangrijke natuurwaarden hebben. Hulde aan de spar dus. Maar voor mijn kerstboom kies ik ook dit jaar weer onze eigen scharrel den.
Het meeste wild gaat in de winterstand
Op dit moment wordt er met uitzondering op de wildobservatieplaatsen in de rest van het Park weinig wild gezien. De dieren zijn in uitstekende conditie en sparen hun vetreserve door zich zo min mogelijk te verplaatsen. Wanneer we helder en vriezend weer krijgen, neemt de zichtbaarheid wat toe want ook edelherten en reeën houden van een winterzon.
Zwijnen houden er ook van en kiezen met zonnige dagen een schuilplaats midden op het veld en slapen daar de dag door. In de schemer en nachtelijke uren gaan ze dan weer op pad. Hun wroetsporen op veel plekken in het Park achterlatend.
Moeflons blijven in de wintermaanden nog het meest zichtbaar. Dit heeft te maken met het feit dat ze graag op de open vlakten leven. In de omgeving van het Bosje van Staf en Oud-Reemsterzand zijn er dan nog steeds kansen om kuddes moeflons te zien. Behalve wanneer de wind uit het noorden of oosten komt, dan trekken de moeflons de Wildbaanweg over en zijn ze te zien in de omgeving Koeverbos, Middenzand en Deelense Veld.
Maar of je tijdens je wandeling nu wel of geen wild ziet, een tocht door het verstilde Hoge Veluwe landschap in december is een aangename afwisseling op de mogelijke feestdagenstress.
Electrische rasters ter bevordering van natuurlijke bosverjonging
De aanwezigheid van grote herbivoren in onze bossen hebben een negatieve invloed op de variatie aan boomsoorten en de verjongingsdichtheid van vooral loofboomsoorten en daarmee ook de natuurwaarde.
Het beheer van de bossen in het Park gaat vooral volgens het principe van natuurvolgend bosbeheer, waarbij je wilt werken aan gemengde en stabiele bossen met een breed palet aan houtoogstmogelijkheden en een goede balans tussen economie en ecologie.
Om met de wildstand die wij op het Park aanhouden toch ook de gewenste natuurlijke verjonging van vooral loofboomsoorten te krijgen, zijn er vanaf de tachtiger jaren op sommige plekken stroomrasters geplaatst. Deze elektrische rasters vergen echter wel een behoorlijke investering. Het plaatsen van een raster met stroomdraden en een zonnepaneel (voor de stroomopwekking) kost ongeveer €5,- per meter. Het materiaal voor de stroomrasters kan goed worden hergebruikt, zodat de kosten op de lange termijn lager zijn. Een stroomraster vergt daarnaast onderhoud. Er moet tweemaal per jaar worden gemaaid om weglekken van stroom door vegetatie tegen de draad te voorkomen. Op De Hoge Veluwe staat rondom ongeveer 11,5 hectare aan stroomraster en afhankelijk van de mate van natuurlijke verjonging en de groeisnelheid binnen de afgerasterde percelen blijft het elektrische raster ongeveer tussen de 15 en 25 jaar staan.
Ik sluit deze blog af met u alvast hele fijne feestdagen te wensen en misschien zien wij elkaar nog bij het zagen van uw enige echte Hoge Veluwe scharrelden!