De droge heide kent een begroeiing van struikhei met mossen, korstmossen, grassen en kruiden.
Hoewel struikhei een dominante rol speelt, kunnen ook andere dwergstruiken voorkomen. Gewone dophei komt soms vrij veel voor in jonge vegetaties met een dikke strooisellaag (na het maaien) en op de meer vochtige plaatsen (overgang naar natte heide).
Hei zal in ontwikkeling altijd veranderen in bos, er is een voortdurende aangroei van vooral grove den en ruwe berk. Het verwijderen ervan is noodzakelijk om dichtgroeien van de heide tegen te gaan. Belangrijke diersoorten voor dit terreintype zijn onder andere de zandhagedis, maar ook verschillende vogelsoorten, de gladde slang en de heivlinder.