Ruim 3000 nachtvlinders gevangen
Nachtvlinders zijn een goede indicator voor de biodiversiteit en de kwaliteit van leefgebieden. Er bestaan namelijk veel soorten nachtvlinders. Als ergens veel soorten voorkomen, is dat een gunstig teken. Daarnaast reageren ze snel op veranderingen in hun omgeving. Sinds 2023 tellen we de nachtvlinders in het Park.

Nachtvlinders hebben net als veel andere insecten een korte levenscyclus, ze leven vaak maar een jaar. Dit kan negatieve en positieve gevolgen hebben: ze kunnen snel in aantal afnemen of juist toenemen.
186 soorten in het Park
In Nederland komen ruim 2400 soorten nachtvlinders voor. Ze zijn onder te verdelen in 850 macronachtvlinders en 1550 microvlinders. In het Park zijn in 2024 3128 macronachtvlinders gevangen, verdeeld over 186 soorten. Omdat de micronachtvlinders niet bij alle tellingen zijn meegenomen, laten we deze verder buiten beschouwing. De meest gevonden soort is de meriansborstel (186 exemplaren). Deze soort komt in het hele land voor en vliegt voornamelijk in april en mei. Bijna even vaak troffen we de granietuil aan (185 exemplaren). Deze soort komt veel voor in heideterreinen. Dat geldt ook voor de smalvleugeldwergspanner, die op nummer 3 staat (172 exemplaren).

Het effect van beheermaatregelen
Metingen van de populatie nachtvlinders en het aantal soorten kunnen gebruikt worden om te bepalen of specifieke beheermaatregelen effect hebben. Een van de maatregelen die het Park treft is het creëren van klimaatrobuuste bossen. Dat gebeurt onder meer door het aanplanten van rijkstrooiselsoorten als els en hazelaar. Er is hierbij vooral gekozen voor bloeiende soorten en daarom verwachten we dat er meer soorten nachtvlinders bijkomen in deze bossen.
We tellen nachtvlinders in twee verschillende soorten bos: oude eikenbossen en klimaatrobuuste bossen. Van de oude eikenbossen is bekend dat er veel verschillende soorten nachtvlinders voorkomen. We gaan volgen of de soortenrijkdom van de nieuw aangeplante rijkstrooiselbossen, op termijn, die van de oude eikenbossen zal evenaren.
In 2024 zijn er meer individuele nachtvlinders en meer soorten aangetroffen in de oude eikenbossen dan in de klimaatrobuuste bossen. Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken of er in de toekomst meer nachtvlinders in de klimaatrobuuste bossen voorkomen.
Onderzoeksmethode
De tellingen worden door Parkmedewerkers uitgevoerd, samen met vrijwilligers. Daarvoor gebruiken ze led-emmers. Boven deze emmers hangt een led-licht. Hieronder zit een trechter, waardoor de vlinders in de emmers blijven zitten. De vlinders worden de volgende dag geteld en weer vrijgelaten. De led-emmers staan op acht onderzoekslocaties: vier in de oude eikenbossen en vier in de klimaatrobuuste bossen.
Voor het nachtvlinderonderzoek werkt het Park samen met De Vlinderstichting.
Foto's door: Tijmen Majoor
Eerste foto: gele eenstaart, tweede foto: meriansborstel