Libellen tellen
Ieder jaar worden in het Park de libellen geïnventariseerd. Deze tellingen worden gedaan door vrijwilligers van de Vereniging van Vrijwilligers van De Hoge Veluwe. In het onlangs verschenen jaarverslag van de Faunawerkgroep wordt stilgestaan bij de tellingen van het afgelopen jaar.
Vooral de temperatuur en de waterstand in vennen en plassen zijn bepalende factoren voor de libellenrijkdom. Het was daarom in 2023 een atypisch jaar voor de libellen in het Park. Het seizoen kwam laat op gang, omdat de temperaturen in april en mei lang relatief laag bleven. Vervolgens was er in juni juist een hoge waterstand, met heel veel activiteit als gevolg. Door het in de zomer droogvallen van veel plassen verdween de activiteit op een aantal plekken weer. Toen in het najaar weer meer plassen ontstonden, lieten de libellen zich in groten getale zien, ook zeldzame. Erica Schmahl van de Faunawerkgroep: ‘Begin september zat bij elke plas waar we kwamen wel een zwarte heidelibel, wat toch een afnemende soort is, die in de rest van Nederland beperkt wordt waargenomen.’ In totaal werden door de vrijwilligers 33 libellensoorten aangetroffen. De plek waar de meeste soorten werden geteld is de Deelense Was. De vrijwilligers troffen daar 27 soorten aan.
Libellen komen alleen voor waar water is, dus het is niet moeilijk te bepalen waar gezocht moet worden. Erica: ‘We bezoeken de vennen van het Park. Dan is het eenvoudig; we gaan ergens zitten, kijken welke soorten er zitten, en dat voeren we in. Net als het geslacht en het gedrag; zijn ze eitjes aan het afzetten, vormen ze een tandem, dat soort dingen.’ En dat allemaal meerdere keren per jaar, mits het mooi weer is. ‘Haha ja dat treffen we, libellen laten zich alleen zien bij mooi weer.’ Soms volgt er ook nog huiswerk: ‘Het komt voor dat we exemplaren tegenkomen die we niet meteen kunnen determineren. Dan maken we foto’s en duiken thuis nog even in de boeken. Dan komen we er altijd wel uit.’
Erica vervolgt: ‘Libellen zijn gewoon heel intrigerende dieren. Ze zijn prachtig om te zien, snel, sterk.’ Inmiddels herkent ze alle in het Park voorkomende libellen meestal vlot, al zijn vrouwtjes soms wat minder herkenbaar:’ Die zijn zowel qua uiterlijk als gedrag ingetogener dan mannetjes. De mannen zijn, vooral de grotere soorten, nadrukkelijker aanwezig dan vrouwtjes, ze verdedigen hun territorium. Vrouwtjes zie je bijna alleen maar als ze eitjes aan het afzetten zijn of als ze een tandem vormen.’
Op de vraag of het Park een goede plek is voor libellen, reageert Erica resoluut: ‘Ja ja, dat is het. We hebben hier natuurlijk veel heide en zand, maar ook prachtige plassen en vennen. De Deelense Was bijvoorbeeld, maar ook bij het Pompgebouw heb je een hele mooie plek voor de libel, net als in de voormalige Landschappentuin. En er is nauwelijks verstoring. Dat er hier momenteel 33 soorten voorkomen zegt wel wat. Over de waterkwaliteit, maar ook over de variatie aan planten die we hier hebben.’
Op een ‘teldag’ trekt Erica met haar echtgenoot en haar zwager naar een ven en installeren ze zich met een verrekijker, een telescoop en fototoestel. Erica: ‘Het is heel anders dan bij een vogeltelling. Dan schiet er soms ineens iets voorbij en dan moet je geluk hebben dat je hebt kunnen zien wat het was. Bij libellen is het gewoon zo: hoe langer je zit, hoe meer je ziet. Simpel toch?’
Wilt u meer weten over de soorten libellen die voorkomen in het Park?
In het Faunajaarverslag kunt u alle waargenomen soorten van het afgelopen jaar inzien. Jaarlijks maakt de Faunawerkgroep (onderdeel van de Vereniging van Vrijwilligers van De Hoge Veluwe) een jaarverslag waarin alle tellingen zijn opgenomen. Met de tellingen van de Faunawerkgroep wordt er gemonitord of soorten toenemen of juist afnemen. Mocht het slecht gaan met een soort, dan kan het Park kijken of er beheermaatregelen nodig zijn om het leefgebied te verbeteren.