Houtoogst in het Park
Binnen het Park voeren we actief bosbeheer uit. Dit doen we om de biodiversiteit in de bossen in stand te houden en verder te versterken. Door een deel van de bomen te verwijderen krijgen de kronen van de omliggende bomen meer ruimte om te groeien. Daarnaast komt er met het openen van het kronendak meer licht op de bodem en krijgen jonge bomen, struiken en kruiden de kans om zich (verder) te ontwikkelen.
Het bosgebied in het Park is opgedeeld in vijf delen, elke vijf jaar voeren we bosbeheermaatregelen uit in één van deze deelgebieden. Elk jaar bekijken we het deelgebied dat aan de beurt is om te bepalen welke bomen het jaar erop weggehaald worden. Het dunnen zorgt voor meer variatie in het bos, want hierdoor houden we de menging van boomsoorten in stand. Ook sturen we hiermee in de aanwezigheid van bomen met verschillende leeftijden en diktes. Het bos wordt door het dunnen gevarieerder en veerkrachtiger. De bomen die weggehaald worden geven weer ruimte aan jongere bomen of hun concurrent om door te groeien. We oogsten nooit meer dan de bijgroei. Daarnaast laten we bomen ook bewust oud worden en afsterven in de bossen. Juist deze dode bomen zijn van grote ecologische waarde voor het bos. Ook de achtergebleven takken van de bomen laten we liggen in het bos, zodat deze voedingstoffen weer opgenomen kunnen worden door de bodem.
Fauna inventarisatie voor de houtoogst
Voordat er hout geoogst kan worden in het Park, wordt er een inventarisatie gedaan door de Faunawerkgoep van De hoge Veluwe. De Faunawerkgroep brengt in kaart welke dieren in en rondom de bomen leven, ze kijken onder andere naar roofvogelnesten, boom-en spechtenholten, mierennesten en grondholen voor de das en de vos. De bevindingen van de Faunawerkgroep worden verwerkt in GIS (geografisch informatiesysteem). De faunabomen, bomen met bijvoorbeeld holtes of nesten, worden voor de werkzaamheden gemarkeerd met linten, zodat het zichtbaar is om welke waarneming het gaat en hier rekening mee gehouden kan worden.
Inzet van dunningspaden
Het hout wordt zowel machinaal als door studenten die bezig zijn met een motorkettingzaag-opleiding geveld. De studenten leren hierdoor hoe zij op verantwoorde manier een boom weg kunnen halen en wat hier allemaal bij komt kijken. Als Park vinden wij het belangrijk dat er ruimte is om studenten goed op te leiden, dit zijn immers de vakmensen van de toekomst.
Het grootste gedeelte van het hout wordt echter geoogst door machines. Tijdens het oogsten met machines wordt er gebruik gemaakt van de vaste dunningspaden in het Park. Door het gebruik van machines tijdens de houtoogst kan er bodemverdichting en/of bodemvervorming optreden. Om ervoor te zorgen dat we in de bosgebieden van het Park wel actief beheermaatregelen kunnen uitvoeren en tegelijkertijd de bodemverdichting kunnen voorkomen zetten we vaste dunningspaden in. Alleen deze paden worden belast, hiermee beschermen we de bosbodem buiten de dunningspaden.
Inmeten van het hout
Na de houtoogst wordt het hout ingemeten, zodat we weten hoeveel hout er geoogst is. Het hout wordt hiervoor opgestapeld in een rolstapel. Vervolgens wordt er een lengte maat aangegeven van de stammen en van de rolstapel. Daarna wordt er gekeken wat de gemiddelde hoogte van de stapel per meter is. De gemiddelde hoogte wordt vervolgens gedeeld door de berekeningsfactor voor de houtmassa. Door deze waardes te meten en te berekenen hoeveel lucht er tussen zit, kan er vanaf een stapel bepaald worden hoeveel hout het is. Het is voor gestapeld hout niet handig om het volume van elke stam apart te bepalen. Het hout wordt ingemeten en daarna afgevoerd door de houtkoper, de inkomsten hiervan worden gebruikt voor het beheer van het Park. Binnen het Park is houtoogst geen specifiek doel, de actieve beheermaatregelen staan altijd ten gunsten van de bosontwikkeling en de instandhouding en versterking van de biodiversiteit.