Nieuws van boswachter Henk Ruseler: oktober

Vrijdag 30 september 2022

Sinds ons prille bestaan op deze blauwe planeet heeft de natuur om ons heen aanleiding gegeven om in actie te komen. In eerste instantie waren het onze verre voorouders, die rennend achter mammoet en reuzenhert een maaltijd wilden bemachtigen, of nog weer ettelijke duizenden jaren later de bodem bewerkten om emmertarwe of naakte gerst als voedsel te verbouwen.

Ook de moderne mens is voor zijn levensonderhoud nog vele honderden jaren actief in de natuur gebleven, om ten tijde van de industriële revolutie zijn buitenactiviteit steeds vaker te verruilen voor een baan in een fabriek of kantoor. Met het zuurverdiende geld konden de levensmiddelen worden gekocht die nu niet meer zelf, maar door een groot aantal boeren werden geproduceerd. De natuur werd als woest ervaren en moest worden bedwongen en gecultiveerd. Degene die er niets te zoeken had, bleef er weg en de steden groeiden.

Pas toen aan het begin van de vorige eeuw de welvaart ons vrije tijd bracht, herontdekten we de natuur. Weldra bleek dat er wel heel weinig van overgebleven was, en kwam de samenleving aan het begin van de vorige eeuw in actie om de overgebleven stukjes te behouden. De eerste Nationale Parken werden gesticht.

Tegenwoordig zien miljoenen mensen in de natuur weer een aanleiding om op uiteenlopende manieren in actie te komen. De toeloop is zo groot geworden dat natuurbeheerders zich de vraag stellen of je natuur nu als een museum of speeltuin moet beheren. Het antwoord is niet eenvoudig en zal ook per gebied een andere uitkomst geven. De Hoge Veluwe -één van de Nationale Parken van het eerste uur- heeft daar in de meeste gevallen, gedurende het 87 jarige bestaan, een balans in weten te vinden. Het gebied van ruim vijfduizend hectare heeft een jaarlijks bezoekersaantal van rond de half miljoen natuurliefhebbers die een ruime mate van bewegingsvrijheid krijgen. Tegelijkertijd is het een belangrijk leefgebied voor honderden plant- en diersoorten, waaronder vele tientallen zeldzame soorten.

Op 23 september stond de zon precies boven de evenaar en begon de astronomische herfst. Onze aanduiding voor dit seizoen heeft zijn oorsprong in het Germaanse woord ‘harbista’, dit werd in het Oudhoogduits ‘herbist’ en in het Middelnederlands ‘hervest’. Tot de zestiende eeuw werd in het Engels het woord harvest gebruikt, de herfst staat dus voor oogsttijd. Dankzij landbouwontwikkelingen en internationale handel consumeren wij tegenwoordig het jaarrond de oogsten van het land.

Geleidelijk verstomt in oktober het diepe bronstgeluid van het hert, de kruidige geur van bos en veld wordt sterker, nog even en de natuur verrast ons met een palet aan gele en rode kleuren. In combinatie met het zachte herfstlicht, is dit wel mijn meest favoriete seizoen. In het Engels noemt men dit jaargetijde tegenwoordig autumn, wat betreft uitspraak en woordopbouw eigenlijk wel zo passend. Het is afkomstig van het Latijnse woord autumnus, mogelijk afkomstig van het oud Etruskische woord autu, wat iets zegt over het verstrijken van het jaar. Maar of je nu herfst of autumn zegt, het is een uitgelezen moment waarop de natuur om ons heen aanleiding geeft om in actie te komen.

Op zaterdag 8 oktober organiseert Het Nationale Park De Hoge Veluwe voor de 17e maal de Wandeldag, een dag later is er de gebruikelijke Hoge Veluwe Loop en staat rennen centraal.

Naar verwachting komen er weer zeer veel liefhebbers om te wandelen en hollen door de prachtige, eeuwenoude landschappen van het Park. Zonder de aanwezigheid van reuzenhert of mammoet, want hun stoffelijke resten liggen inmiddels in de vitrines van het Museonder.