Nieuws van boswachter Henk Ruseler: februari 2019

Donderdag 24 januari 2019

Vannacht heeft het voor de tweede maal achtereen bij de Pampel tien graden gevroren. En naar verwachting houdt de vorst ons nog een poos in zijn greep. Gaan de vijvers bij Hubertus dit jaar dan toch weer het toneel van ijspret worden? Die droge vrieskoude is heerlijk en wanneer ik tijdens zo’n koude nacht buiten loop gaan mijn gedachten vaak terug naar de winters dat ik als faunabeheerder verantwoordelijk was voor het afschot van de wilde zwijnen.

Ergens op een hoogzit de sneeuw en strenge vorst trotseren in de hoop dat de zwartkielen zich zouden laten zien. Daar leerde ik ook dat kou tussen je oren zit, want het kon nog zo hard vriezen, de wetenschap dat ze ieder moment konden komen hield mij doodstil aan de plek gebonden en ik merkte niets van koude. Duidelijk hoorde ik het wild om mij heen door de bevroren sneeuw of blad hun sporen trekken. Tot het moment dat mijn horloge aangaf dat ik al zes uur achtereen had stil gezeten en ik het tijd vond om naar huis te gaan. Pas dan sloeg de koude in alle hevigheid toe. Mijn focus op de prooi was vanaf dat moment verdwenen en klappertandend probeerde ik voorzichtig van de hoogzit af te komen. Respect voor mijn collega’s die daar nu mee belast zijn, ook al is hun aanzitkleding vele malen beter dan ik indertijd had, het blijft een spannende maar ook stevige klus in de wintermaanden.

Goed gekleed op vrijersvoeten

Tijdens die mooie winterse avonden hoorde ik met regelmaat ook het kort, schril keffen of een lange, klagende, pauwachtige roep van vossen. Het teken dat hun paartijd, ook wel roltijd genoemd, aan de gang was. In die periode struint de mannetjes vos (rekel) de omgeving af op zoek vrouwtjes (moertjes). De mannetjes en vrouwtjes delen vaak een territorium, maar leven het grootste gedeelte van het jaar solitair. In de paartijd zoeken ze elkaar op en soms zijn er in de periode ook stevige gevechten tussen mannetjes die elkaars territorium betwisten. Vossen zijn tijdens de paartijd op hun mooist, wanneer je wel eens een vos in de winter hebt gezien vergeet je dat niet gauw. Over het algemeen is hun vacht roodbruin, maar hij kan ook beige tot helderrood zijn of zilverkleurig zijn. De oren zijn aan de achterzijde zwart, evenals de onderpoten. Aan hun volle staart is meestal een witte punt te zien. Er zijn ook vossen die een grotendeels zwarte vacht hebben, deze exemplaren worden ook wel brandvossen genoemd. Net als bij meeste andere dieren die door hun hormonen gedreven worden, zijn vossen in de paartijd extra actief. Op zoek naar een partner zijn zij soms ook overdag actief. Meer dan gebruikelijk zoeken ze in deze periode ook een slaapplaats bovengronds. In deze periode is er dus een verhoogde kans om een vos tegen te komen.

Grote fauna weer beter zichtbaar

Nu de daglengte zichtbaar toeneemt, komen we weer steeds vaker wild tegen. Wanneer er perioden met helder vriezend weer aanbreken, is dit gunstig voor de wildwaarnemingen want dieren houden er, net als wij, van om door een winterzonnetje beschenen te worden. De moeflons zijn in de afgelopen tijd amper van het toneel verdwenen en vanaf nu vertonen edelherten en reeën zich ook steeds vaker. Vooral een tocht in de ochtend of namiddag door de cultuurbossen in het noorden van het Park zijn voor wat betreft de reeën succesvol en de edelherten gaan zich weer steeds vaker bij de wildobservatieplaatsen vertonen.

Onderzoek

In het Park worden diverse langjarige onderzoeken gedaan. Een van deze onderzoeken wordt momenteel gedaan door Jochem Koelewijn, hij studeert Landscape & Environment Management aan de Hoge School InHolland. Hij onderzoekt in opdracht van dr.ir. Jan den Ouden van de WUR de effecten van wildvraat in het Park. Hieronder beschrijft Jochem zijn onderzoek.

Wildvraat op De Hoge Veluwe

Het voedsel

Knoppen, jonge bladeren en twijgen van loofbomen zijn onderdeel van het voedsel van edelherten en reeën. Dit noemen we vraat, deze dieren zorgen voor vraatdruk. Vraatdruk is in elk bos waar de dieren leven, maar een te hoge vraatdruk heeft gevolgen voor de ontwikkeling van een bos. Er is duidelijk een verschil te zien in wat de strategie van de dieren is om te vreten: de reeën zijn echte ‘fijnproevers’ en gaan specifiek voor knopjes, jonge twijgjes en jonge blaadjes, maar het edelhert kijkt niet zo krap en is meer flexibel in wat hij eet.

Bosontwikkeling

U moet weten dat een bos uit verschillende fases bestaat. Van niets, naar een jonge fase, naar een dichte fase, staken fase, boom fase en dan de aftakelingsfase. Dit proces kan zomaar 200 jaar in beslag nemen. Waar een oude boom omvalt, kunnen jonge boompjes weer groeien, zo schuift het eeuwenlang op. In de jonge fase zijn de bomen gevoelig voor de vraat en vooral de loofbomen kunnen niet doorgroeien tot de volgende fase.

De invloed van vraat

Tijdens een meerjarige studie in het Park is de vraat gemeten aan jonge bomen tussen de 0 en 200 cm. Ook zijn er in diezelfde tijd de edelherten en de reeën geteld. Het onderzoek laat heel duidelijk zien dat de grootte van de populatie invloed heeft op hoeveel vraat er is, dit is te zien in figuur 1. Als de jonge boompjes niet hoger komen dan de vraatgrens (1.80m), vertraagt het proces van bosontwikkeling. Dit heeft gevolgen voor de biodiversiteit in het Park. Juist volwassen en oude bomen zorgen voor veel voedsel, schuilplaatsen en broedplekken voor verschillende vogels, zoogdieren en insecten.

Oplossingen

Het Park heeft hiervoor verschillende maatregelen. Zo worden jonge loofbomen aangeplant en wordt er een hek omheen gezet, zodat de dieren er niet bij kunnen. Bij individuele bomen die in een laan aangeplant worden, worden kokers om de boom heen gezet. Als u in het bos wandelt, fiets of lekker aan het genieten bent, is het dus mogelijk om stukjes bos of bomen tegen te komen die beschermd worden tegen de vraat van edelherten en reeën. Een andere beheermaatregel is de jacht op de dieren. Er wordt elk jaar gekeken hoeveel dieren er afgeschoten moeten worden, om zo een goede balans tussen de dier- en plantensoorten te houden.

Foto vos: Robbert Maas

Deze blog is verschenen in de nieuwsbrief van februari 2019.