Nieuws van boswachter Henk Ruseler: januari
Op het moment dat ik dit schrijf, staan bij mij op het gazon de madeliefjes volop in bloei en hoor ik rondom mijn woonhuis (de Pampel) de houtduiven koeren.
Beslist geen winters beeld dus en dat geldt ook voor de rest van het Park. Op de wildweiden is het gras nog steeds groen en zo nu en dan is er zelfs een edelhert, ree of moeflon te ontdekken. Gelukkig zitten wij pas in januari en kunnen we nog best in winterse sferen terechtkomen.
Reebokken zonder kroon en majestueuze luchtacrobatiek van raven
De reebokken hebben in de afgelopen maand hun gewei afgeworpen en zijn voor een leek dus even wat moeilijker van de geiten te onderscheiden. Net als bij de edelherten start de groei van het nieuwe gewei vrijwel direct na het afwerpen van het oude. De reeën laten zich overigens bij zonnig winter weer goed zien.
Onze grootste kraaiachtige, de raaf, begint deze maand met de baltstijd. In deze periode maken de paartjes als volleerde stuntvliegers hun spectaculaire baltsvluchten. Ondanks dat ravenparen eeuwige trouw kennen, zijn de baltsvluchten een belangrijk ritueel voorafgaand aan de paring. Plekken waar je hier iets van kunt zien zijn onder andere de Pollen, het Reemsterveld, Deelense Straal en Kromme Hoek.
Mossen en korstmossen sieren het Park
Vanwege de vele neerslag tieren alle mossen en korstmossen welig. Veel eiken en beuken lijken een bontjas van mos omgeslagen te hebben. Voor de liefhebber van korstmossen is een tocht over De Wetweg een aanrader. Rijdend richting Otterlo, zie je na het standbeeld van Christiaan de Wet aan weerskanten van de weg grote oppervlakten begroeid met rendiermos. Deze maand komt er op de zandige vlakten van het Park nog meer kleur wanneer de rode sporenkapsels van het ruig haarmos tot ontwikkeling komen.
Beheer en onderzoek
In de nieuwsbrief van augustus en oktober heb ik u al geïnformeerd over de aanleg van corridors die als verbindingszone voor plant- en diersoorten gaan fungeren. De noordelijke heideterreinen ’t Rieselo en het Otterlose Zand zijn inmiddels verbonden met de zuidelijke heideterreinen Oud Reemsterzand en De Pollen door een nieuwe grote verbinding, genaamd ‘De Plijmen’. Daarnaast is er een verbinding met het buiten het Park gelegen gebied De Zanding en het westelijke deel van het Mosselse Zand gemaakt.
De vellingen voor dit project zijn nu afgerond en voor wie er nog niet is gaan kijken, is het in de aanstaande periode zeker de moeite waard om dit te doen.
Het beleid en beheer van het Park berust steeds op een goede balans tussen praktijk- en wetenschappelijke kennis. Praktijkkennis vormt de basis, wetenschappelijke kennis zorgt voor nieuwe ideeën en voor het toetsen van de effectiviteit van beleid en beheer. Kwalitatief goed wetenschappelijk onderzoek en een zorgvuldig uitgewerkt wetenschapsbeleid zijn daarom van belang voor het functioneren van het Park.
Al sinds 1938 vindt er op de Hoge Veluwe onderzoek plaats en in de afgelopen 10 jaar zijn er ruim 50 onderzoeksprojecten uitgevoerd. Het Park werkt hierbij samen met universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen in binnen en buitenland.
Onderzoeken diemomenteel lopen:
- Hart van de Veluwe (onderzoek naar effecten van de in- en uitsprongen op de hoefdieren, vegetatie, overige fauna, het beheer).
- Bosbegrazing in relatie tot bosverjonging.
- Steenmeelonderzoek (ten behoeve van het herstel van biodiversiteit wordt steenmeel toegepast om de bodemmineralogie te herstellen, omdat er nog niet veel kennis voorhanden is over de precieze werking van steenmeel wordt dit nauwkeurig gemonitord).
- Periodieke inventarisaties/ trendtellingen flora en fauna.
Een onderzoek naar het verwijderen van nutriënten door het rapen van stangen in relatie tot de bodemchemie is kort geleden afgerond.
In de komende maanden zal ik u nader informeren over deze onderzoeken. Voor wie is geïnteresseerd, in De Hoge Veluwe Bibliotheek op onze website, vindt u de resultaten van diverse onderzoeksrapporten.