Nieuws van boswachter Henk Ruseler: december
De kans is groot dat de afgelopen maand als één van de warmste novembermaanden in de boeken zal komen en door deze hoge temperaturen zit er nog steeds groei in het gras op de wildweides. Daardoor is er op de wildobservatieplaatsen in de late namiddag nog kans om wild te zien. De stormachtige periode in november heeft er voor gezorgd dat het meeste blad nu van bomen en struiken is verdwenen. Behalve afgebroken takken, heeft de storm geen schade veroorzaakt.
Fauna groot en klein gaat in de winterrust
Op mooie heldere winterdagen is er zo nu en dan nog kans om een roedel edelherten of een sprong (groep) reeën te zien, maar van het grote wild is het vooral de moeflon die zich nog goed laat zien. Deze wilde schapen hebben een voorkeur voor open terreinen. Komt de wind uit de gebruikelijke zuidwesthoek, dan zijn de kansen rondom het Bosje van Staf het grootst, bij noordelijke of oostelijke stroming verhuist de hele moeflonpopulatie naar de gebieden Middenzand en Koeverbos.
Om tijdens de wintermaanden energie te sparen, brengen de meeste andere dieren de dag veelal verscholen door. Sneeuw brengt daar geen verandering in maar zorgt er wel voor dat de natuur haar sporenboek opent. De handel en wandel van de Parkdieren, groot en klein, is dan in de witte wereld zichtbaar. Naast het feit dat een sneeuwwandeling alleen al prachtig is, geven de winterse sporen een extra reden om De Hoge Veluwe te bezoeken.
Wintergasten
Ieder jaar overwinteren in het Park verschillende vogelsoorten uit Scandinavische streken. De meest opvallende zijn de blauwe kiekendief en de klapekster. Beide houden zich het meest op boven de (half)open terreinen van De Hoge Veluwe. De klapekster heeft een lichtgrijs en wit verenkleed met een zwart masker en is vaak prominent zittend in een boomtop in halfopen landschap te zien. De mannetjes van de blauwe kiekendief zijn van boven opvallend licht blauwgrijs gekleurd met zwarte vleugelpunten. Vrouwtjes zijn bruin en hebben enkele zwarte banden over de staart en ondervleugels. Mannetjes en vrouwtjes hebben een opvallend witte stuit. Vaak zijn de jagende kiekendieven boven de vlakten op het Park te zien. Ze zijn te herkennen aan een lange, lage en vaak schommelende glijvluchten waarbij vleugels in een ondiepe ‘V’ gehouden worden.
Winterse bossen zijn verre van saai
Ook al ligt er geen sneeuw en zijn de loofbossen kaal, toch zijn juist deze maanden erg de moeite waard om een stevige boswandeling te maken. De rest van het jaar achter een scherm van blad verscholen, laten de loofbomen nu hun meest grillige groeivormen zien. En dat is nog niet alles, want let u eens op de weelderige begroeiing van mossen en korstmossen op de stam en takken. Welig tierend, vanwege voldoende vocht en licht, zijn ze een lust voor het oog.
Wie een wandeling onder winterse omstandigheden niet schuwt en wil genieten van de (korst)mossen, moet vooral de oude loofbossen in het noordelijk- en zuidelijk deel van het Park opzoeken.
Beheer
Vrij struinen opgeheven
Het zal u niet ontgaan zijn dat er op het Park vanaf 1 januari 2016 niet meer gestruind mag worden. Een verandering in het beleid die zowel positieve als negatieve reacties heeft opgeleverd.
Het besluit tot een struinverbod is genomen na verschillende jaren te hebben geëxperimenteerd met andere maatregelen. Het doel van deze maatregelen was het verbeteren van het natuurlijk gedrag bij het wild en daarmee samenhangend een verhoging van de zichtbaarheid.
Edelherten houden zich onder natuurlijke omstandigheden op in groepen van maximaal 10 à 12 dieren. Toch viel het medewerkers van Het Nationale Park De Hoge Veluwe de laatste circa tien jaren op dat de herten in het Park steeds vaker in groepen van tot wel veertig dieren te zien waren. Een gedrag dat duidt op stress. Een speciaal opgerichte projectgroep heeft de mogelijke stressfactoren op een rij gezet en maatregelen voorgesteld om die stress zoveel mogelijk weg te nemen.
Voorbeelden van de ingrepen waren het jagen op minder dagen per jaar en het clusteren van beheer- en inventarisatiewerkzaamheden. Toch leidden deze maatregelen niet tot het gewenste resultaat. Omdat er duidelijke aanwijzingen waren dat de onrust onder de dieren uiteindelijk veroorzaakt wordt door een kleine groep bezoekers. Mensen die in camouflagekleding gingen struinen om koste wat kost wild te zien of te fotograferen.
Omdat de meeste van onze bezoekers toch al op de paden bleven, is besloten om het struinen te verbieden. Het is voor diegene die gebruik maakte van de vrijheid om te struinen misschien jammer, maar we denken dat dit het beste is voor het wild, de wildzichtbaarheid en niet te vergeten, de bodembroeders in het Park. De komende tijd wordt nauwkeurig gemonitord naar het effect van de maatregel op het gedrag van de dieren en personeel gaat controleren of mensen zich aan het verbod op struinen houden.
Om er toch voor te zorgen dat bezoekers alle gebieden kunnen doorkruisen, worden grote delen van de rustgebieden toegankelijk en worden extra wandelpaden aangelegd. Een voorbeeld daarvan is de oude Koningsweg over het Deelense Veld die nu als wandelpad gaat dienen.
Struinen is nog wel toegestaan onder begeleiding van een gids van het Park en in stuifzandgebied De Pollen en op de Schapenweide voor Jachthuis Sint Hubertus. Het Park monitort het effect van de maatregel de komende jaren nauwkeurig.