Nieuws van boswachter Henk Ruseler: november
Afhankelijk van de weersomstandigheden verliezen de meeste loofbomen in deze maand al hun blad, waardoor er weer mooie doorzichten in het bos ontstaan en het reliëf in het veld beter is te zien. Zodra het blad eenmaal op de grond ligt, beginnen schimmels en bacteriën aan een feestmaal. En juist dit rottingsproces zorgt voor de meest kruidige geuren. Schimmels kennen we natuurlijk vooral van het vruchtlichaam in de vorm van de paddenstoel of zwam, maar onder de grond bevindt zich een fenomenaal netwerk van schimmeldraden, vaak vele vierkante meters in omvang.
Krachtvoer
Er zijn al flink wat eikels en beukennoten gevallen en deze vormen een ongekende hoeveelheid krachtvoer. Niet alleen voor zwijnen, maar ook voor muizen, reeën, edelherten, moeflons, houtduiven, wilde eenden, gaaien en nog veel meer dieren. Een goed zwijnenjaar is ook een goed muizenjaar en een goed muizenjaar betekent het daaropvolgende voorjaar goede overlevingskansen van jonge boommarters en jonge bosuilen. Zo profiteert een hele keten van dieren van die overdaad aan energie.
Wildweiden zijn tot laat in het seizoen een goede voedselbron
November is de maand dat de zichtbaarheid van het grofwild afneemt. Dit heeft te maken met de hoeveelheid geschikt voedsel en de daglengte. Behalve op de wildweiden, waar nog redelijk voedselrijk gras staat, neemt op andere plaatsen de kwaliteit van het voedsel af. Veel dieren zijn nog druk bezig om een vetreserve voor de aanstaande winter op te bouwen.
Paartijd van de wilde zwijnen
Als laatste van onze grote hoefdieren beginnen de wilde zwijnen deze maand aan de paartijd. Ook onder de mannetjes van het wilde zwijn (keilers) worden fikse gevechten om de vrouwtjes (zeugen) geleverd. Helaas vindt deze strijd bijna altijd in de schemer of donker plaats zodat wij er niet veel van kunnen zien.
Korhoenders uitgezet
In het kader van een herintroductieprogramma zijn er begin oktober weer korhoenders in het Park uitgezet en momenteel worden deze vogels geregeld gezien. Om inzicht te krijgen in de verspreiding van het korhoen zijn waarnemingen van groot belang voor dit project. Wanneer u korhoenders heeft waargenomen, wilt u ons daarover dan zo nauwkeurig mogelijk informeren? Dit kan via korhoenders@hogeveluwe.nl
Faunabeheer
Onderdeel van het beheer in het Park is de jacht. De jacht draagt bij aan een goed evenwicht tussen de verschillende wildstanden en de andere beheerdoelen zoals biodiversiteit, natuurlijke bosontwikkeling, veiligheid en dierenwelzijn.
Voor het bejagen van wild zijn strenge regels opgesteld. De jacht is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998, ofwel de Flora- en Faunawet en de Boswet. Bij de uitvoering en het verstrekken van vergunningen op het gebied van wildbeheer is de provincie verantwoordelijk.
Op De Hoge Veluwe wordt alleen gejaagd op diersoorten waarop de jacht is toegestaan én die een grote invloed hebben op de rest van hun omgeving. Denk dan bijvoorbeeld aan verstoring van de aanwas van jong bos door vraat of het eten van andere diersoorten. Zo kunnen te veel wilde zwijnen ervoor zorgen dat de aantallen van de adder of het vliegend hert sterk verminderen. Naast wilde zwijnen wordt er gejaagd op edelhert, moeflon en vos. Omdat er bij het ree, in tegenstelling tot de eerder genoemde diersoorten, belangrijke natuurlijke factoren zijn die de populatie beïnvloeden (predatie door vos en wild zwijn en enige winter- en voorjaarssterfte) wordt er op De Hoge Veluwe, met uitzondering van zieke dieren, niet op reeën gejaagd. Hoeveel dieren er worden afgeschoten wordt bepaald aan de hand van wildtellingen en wordt vastgelegd in het afschotplan.