Nieuws van boswachter Henk Ruseler: januari

Toch laat het bos zich ook zonder sneeuw van een andere en beslist verrassende kant zien en is een bezoek aan het Park meer dan de moeite waard. Neem bijvoorbeeld onze loofbomen. Zonder bladeren tonen zij hun mooie en grillige vormen. Zeker bij het klimmen der jaren krijgt hun uiterlijk, net als bij mensen, steeds meer karakter. Vooral wanneer zo’n oude boom van jongs af aan de ruimte heeft gekregen om zich ongestoord te ontwikkelen, zijn de verschillen in groeivormen tussen bijvoorbeeld eik, beuk en berk gemakkelijk te ontdekken.

Er is echter meer te zien in het winterbos. Neerslag en licht zorgen voor decoratieve mossen en korstmossen. In de zomer vallen zij vaak minder op, maar nu kleurt een veelheid aan mossen de stammen en takken in verschillende soorten groen. Vooral aan de stamvoet zijn de mossen te zien en een enkele boom gaat zelfs helemaal gekleed in een fluwelenmantel van klauwtjes- en klein platmos. Een dergelijke stam, door zacht winterlicht beschenen, verandert je blik op het winterse bos in een slag. De vele korstmossoorten doen hier met een breed spectrum aan grijze en groene tinten nog een schepje bovenop. Ook zij zijn door het jaar heen in het bos te vinden maar vallen nu beter op. Neem tijdens een wandeling eens de tijd om een met korstmos begroeide stam of tak van dichtbij te bekijken. Je staat versteld hoeveel kleurtinten en vormen je ziet.

Fauna

Bij de wildobservatieplaatsen worden zo nu en dan waarnemingen gedaan. Het gaat dan vooral om edelherten en moeflons. Wanneer er perioden met helder vriezend weer aanbreken, is dat altijd gunstig voor de wildwaarnemingen. Dieren houden er van om, net als wij, door een winterzonnetje beschenen te worden. De reebokken hebben in de afgelopen maand hun gewei afgeworpen en zijn voor een leek dus even wat moeilijker van de geiten te onderscheiden. Ook reeën laten zich bij zonnig winter weer goed zien.

Onze wilde zwijnen zijn nog buitengewoon actief met wroeten, getuige de vele omgewoelde plekken langs wegen en fietspaden.

Vossen hebben hun paartijd in de wintermaanden en verplaatsen zich dan meer. Zelfs overdag. Hierdoor is er in de komende maand een grotere kans om een vos tegen te komen.

Onze grootste kraaiachtige, de raaf, begint deze maand met de baltstijd. In deze periode maken de paartjes als volleerde stuntvliegers hun baltsvluchten. Plekken waar je hier iets van kunt zien zijn onder andere de Pollen, het Reemsterveld, Deelense Straal en Kromme Hoek.

Flora

Zoals eerder al is genoemd, is er een weelderige groei van mossen en korstmossen op stammen en takken. Voor de liefhebber zijn vooral op de voormalige stuifzanden zijn veel soorten te ontdekken. Wanneer de sporenkapsels van het ruige haarmos tot ontwikkeling komen, kleuren de stuifzanden op bepaalde plekken helemaal rood.

Meer boom- en struiksoorten in het Park

Het Nederlandse bos kent van oorsprong meer soorten bomen en struiken dan er op dit moment vaak te vinden zijn. Om de soortensamenstelling in de bossen van het Park te verrijken met deze oorspronkelijke soorten, worden er op plekken met een geschikte bodemgesteldheid, percelen aangeplant met winterlinde, esdoorn, zoete kers en hazelaar. Een elektrisch raster moet de aanplant de komende jaren beschermen tegen wildvraat. De percelen liggen in de Koekoek en aan de Lange Laan.