De vos behoort tot de familie der hondachtigen en is een van de roofdieren van het Park. Vossen zijn schemer- en nachtdieren die in familiegroepen bij elkaar leven.
De holen worden meestal alleen in de winter en het voorjaar gebruikt door de vrouwtjes en haar jongen om in te slapen. De rest van het jaar slapen ze meestal op een beschut plekje bovengronds. De meeste mannetjes slapen het hele jaar door buiten.
Het voedsel bestaat uit kleine en middelgrote prooidieren, zoals kevers, muizen en andere knaagdieren, konijnen, hazen, vogels en eieren, regenwormen en egels. Ook vruchten en bessen worden gegeten, evenals aas en afval.
De paartijd is van december tot februari. Na een draagtijd van ongeveer 53 dagen worden tussen eind februari tot begin april tussen de 1 en 14 (maar meestal 4 tot 5) jongen geboren. De jongen hebben een donkergrijsbruine kleur en zijn eerst nog blind.
Het is niet zo gemakkelijk om een vos te zien te krijgen. Het is een schuw dier en hij gaat bijna altijd alleen in het donker op pad. De meeste kans is er in mei tot juli, als de wijfjes nog lang in touw zijn om de jongen van voedsel te voorzien. Ook in de tijd dat de jongen op eigen benen moeten leren staan, heb je kans een jonge vos te spotten.
| Lengte kop-romp: | 50-80 cm (staart: 33-50 cm) |
| Gewicht: | 3,5-10 kg (mannetje is groter dan het vrouwtje) |
| Paartijd: | december tot februari |
| Draagtijd: | 53 dagen |
| Aantal jongen: | meestal 4-5 |
| Naam volwassen mannetje: | rekel |
| Naam volwassen vrouwtje: | moer |
| Naam jong: | wel |