De douglasspar is een boom uit de dennenfamilie en komt van nature voor in het westen van Noord-Amerika.
In Europa wordt de soort veel aangeplant vanwege het hout. In Amerika bereikt de boom een hoogte van maar liefst 100 meter maar in ons land wordt hij vaak niet hoger dan 50 meter.
Ondanks de naam 'spar' is er weinig verwantschap met de ‘echte’ sparren. De douglasspar is vooral aan de kegels te herkennen. Elke dekschub heeft namelijk drie tanden die naar buiten en in de richting van de top wijzen. De Douglasspar heeft buigzame, aromatische naalden van 2 tot 3 cm lang, met aan de onderzijde twee witte strepen.
Douglashout is vanwege de gunstige eigenschappen voor bijna alle doeleinden te gebruiken, zoals in de bouw, voor vloeren, schuttingen, masten enz. Door de grote sterkte en taaiheid werd het vroeger vaak gebruikt voor masten van schepen.
In het laatste kwart van de twintigste eeuw is de soort ingeburgerd in Nederland. Sinds het verschijnen van de Standaardlijst van de Nederlandse flora 2003 wordt de boom als een Nederlandse soort beschouwd.